WIJ ZIJN DIEPENHEIM
............ daaraan ontlenen wij onze motivatie tot burgerinitiatieven............
en ja, natuurlijk heten wij u ook graag Hoffelijk Welkom in onze gemeente
'wijzijnDiepenheim', laat bestuurders van onze Hof van Twente dat altijd voor ogen houden...
"om je wel te bevinden in de grote wereld, van harte mee te doen op grotere schaal, is dienstbaarheid aan en erkenning van de identiteit van de kleine wereld een voorwaarde"
TOELICHTING
Ons streven naar de voltooiing van het Plein onder de Platanen zoals dat voor de gemeentelijke herindeling eind jaren negentig gestalte kreeg, alsmede de plaatsing van een Historisch Monument Diepenheim reiken veel verder dan simpelweg wat stenen verleggen, meer groen realiseren en het vrachtverkeer beperken.
Nee, het gaat om burgerinitiatieven die logischerwijs voortvloeien uit een gemeenschappelijke deler, dat waar Diepenheim voor wil staan, ‘autonomie’, vrijheid, creativiteit, initiatief en gastvrijheid: ‘Deep’n blif Deep’n’.
De ontstaansgeschiedenis van de Heerlijkheid Diepenheim en meer recent de ontwikkelingen in het Stedeke Diepenheim na WO II verdienen een toelichting zodat het burgerinitiatief en het brede draagvlak daarvoor onder de bevolking ook wat beter door bestuurders van de gemeente Hof van Twente worden begrepen.
klik op onderstaande afbeelding - de link naar een bijzonder artikel over Diepenheim - Metropool van de Middeleeuwen
‘wijzijnDiepenheim’
Het voert te ver om de historie van Diepenheim breed uit te meten, maar de landgoederen rondom Diepenheim, de oude kern van ’t Stedeke Diepenheim, de traditionele rondgang van de Schutterij Diepenheim, het College van Borgmannen en de actieve historische vereniging Old Deep’n getuigen van de rijke en betekenisvolle geschiedenis van Diepenheim. Al die bewoners uit het verleden en heden hebben ‘wonderen’ verricht! En daar is Diepenheim TROTS op!
TROTS op zelfstandigheid, dat is wat in de kern wordt geduid met ‘Deep’n blif Deep’n’! en ook uit de keuze van de Stadsraad Diepenheim, ‘Deep’n veur Deep’n’.
Wie de grootst gemene identiteitsdeler van Diepenheim wil begrijpen zal toch echt ook de historie onder de loep moeten nemen. Het ontstaan van de nederzetting ‘Dipinghem’ aan de Regge, nabij de door erfdochter Regenwice en Graaf Hendrik van Dale in 1180 gekozen woonplek ‘Castrum, Huis te Diepenheim’ en het daar gestichte ‘leemen huusken’ dat als kapelletje diende, vanaf 1224 met instemming van de bisschop van Utrecht als parochiekapel, later in de tijd de Johanneskerk.
Het adellijk geslacht ‘ Van Dale - Van Diepenheim’ was invloedrijk, in het Oosten van ons land maar ook over de huidige landsgrenzen heen in Nordrhein Westfalen, getuige ook het (leen)Register 1188 van Graaf Hendrik van Dale, een soort standenregister waarin de vele bezittingen van de dynastie Van Dale – Heren van Diepenheim beschreven staan en tal van plaatsen een eerste historische vermelding aan ontlenen.
Op meerdere plekken buiten de gemeente Hof van Twente treffen we verwijzingen aan naar het Register 1188 en de dynastie Van Dale – Van Diepenheim, maar (nog) niet in Diepenheim, niet in de Hof van Twente.
Gelegen tussen de bisdommen van Münster en Utrecht was de Heerlijkheid Diepenheim een soort vrijstaatje (allodiaal gebied) waar de Adel de dienst uitmaakte, met gebruikmaking van de daarbij behorende door de bisschoppen erkende heerlijke rechten (‘regalia majora’). Een autonoom staatje dat weliswaar van vanaf 1331 in bezit kwam van bisschop van Utrecht (als Rigterambt, tevens Drostambt, onderdeel van het Oversticht) maar waar de op de havezaten gevestigde borgmannen en bewoners (betrokken, maar ook afhankelijk - denk aan de dagloners, de boeren en aan de ‘schutterijen’) de genen ‘autonomie’, ‘overlevingsdrang’ en ‘trots’ van generatie naar generatie overdroegen.
De geschiedenis van Diepenheim maakt melding van meerdere keren strijd met de heren van Gelre, de manschappen van (de bisschop van Münster) Bomm’n Berend, maar ook tijdens de 80 jarige oorlog met de Spanjaarden en de Staatsen en dan hebben we het nog niet over brandstichtingen en plunderingen door de tijden heen.
Het was er door de eeuwen heen niet makkelijk in Diepenheim, maar het Stedeke werd niet ‘van de kaart geveegd’.
Dat vele eeuwen lang, tot de Napoleontische tijd, de borgmannen van de havezaten in bestuurlijk opzicht binnen het Oversticht, later Overijssel, een belangrijke rol speelden (via Ridderschap en Steden: vergelijk de huidige Provinciale Staten) heeft zeker bijgedragen aan het gevoel en de betekenis van ‘autonomie’.
Diepenheim deed ertoe, niet alleen provinciaal maar ook op landelijk niveau, denk daarbij alleen al aan de politieke rol van meerdere generaties van de familie Schimmelpenninck in de 19e eeuw.
Diepenheim vanaf 1950
Recente ontwikkelingen zijn eveneens van betekenis. We gaan terug naar de jaren ’50 van de vorige eeuw. We praten dan over ’t Stedeke Diepenheim, over de bebouwing langs de Grotestraat, de Middenstraat, de Raadhuisstraat, de Goorseweg (pas aangelegd als Grintweg rond 1850), de Lindelaan, de Ruimersdijk (in beperkte mate woningbouw), de Schuttensteeg en de Haaksbergerstraat. Verder in de weilanden langs zandwegen slechts hier en daar een ‘verdwaalde’ boerderij of woning.
Dat veranderde in de decennia daarop volgend snel. In de jaren ’50/60 werd gebouwd aan de Oostzijde van ‘t Stedeke, daarna volgde in de jaren ’80 plan Zuid en deze eeuw plan Noord. In de tweede helft van de jaren ’90 namen B&W en de gemeenteraad het moedige en wijze besluit om te kiezen voor aanpassingen in de infrastructuur en dan met name de realisatie van een Plein in wat zich toen al aandiende als het ‘nieuwe centrum’ van Diepenheim. Het is best wel uitzonderlijk dat in Diepenheim de kerk niet in het centrum van de plaats staat, maar ‘an d’n Westène’ nabij het Huis te Diepenheim. De bevolking gaf het in de jaren negentig aan, ‘wij willen een centrumplein.’
De dreigende leegstand van winkels (Diepenheim telde in de jaren ’70 meerdere bakkers, slagers en buurt’supers’) was misschien niet direct de aanleiding, maar enkele inwoners kozen vol overtuiging voor de introductie van Kunstuitingen/-manifestaties in Diepenheim. Aanvankelijk best wel fel bediscussieerd en met argusogen gevolgd, maar inmiddels een belangrijke kernwaarde zoals die door veel inwoners wordt ervaren. Ook hier weer mag, retrospectief beschouwd, gesteld worden dat de initiatieven vanuit die jaren een belangrijke pijler, zo niet ‘het reddinganker’, zijn gebleken in het behoud van de vitale woongemeenschap Diepenheim. Misschien expliciet niet zo beleefd, maar impliciet voortkomende uit ‘overlevingsdrang’ en daarmee wel degelijk historische gerelateerd.
Een andere memorabele gebeurtenis was in de jaren zeventig ‘het kraken van het leegstaande pand van Janna’ door enkele jeugdige inwoners van Diepenheim. Destijds eveneens met de nodige scepsis gevolgd, want wat speelde zich daar in die oude stadsboerderij wel niet af? Min of meer geaccepteerd vond enige tijd later een ‘officiële’ opening van het pand plaats als ‘tijdelijk’ verblijf voor de jeugd van Diepenheim. Toenmalig burgemeester Gerke verwoordde het ongeveer als volgt: “Dit pand heeft de langste tijd gehad, zal hier niet lang meer staan, maar voor nu is het een plek voor jullie, Diepenheimse jeugd.”
Kijk anno 2021 naar de feiten.
Diepenheim staat voor immateriële rijkdom, koestert de belevingswaarden Kunst, Cultuur, Natuur en Historie en wil die graag delen met geïnteresseerden, maar ‘met môate’, want Diepenheim moet vooral niet ‘overspoeld’ worden door massa’s toeristen. Laat het ‘onderhoud’ aan naamsbekendheid en imago maar over aan de bevolking via de organisatie van activiteiten en evenementen, waarmee men belangstellenden ‘bereikt’ en ‘beraakt’. Geef Diepenheim de ruimte om te bloeien.
Diepenheim als merk is door de eeuwen geladen en meer dan de som van Kunst + Cultuur+ Natuur+ Historie. En zo wil Diepenheim ook gezien worden. Het draagt bij tot de vitaliteit van de Diepenheimse gemeenschap, een Stedeke waar mensen graag en met TROTS wonen, werken en recreëren.
Gemeente Hof van Twente, zo lijkt de boodschap, ook via burgerinitiatieven als voormeld, luister vooral naar wat de plaatselijke bevolking wil! Een centrumplein van allure is daarvan een voorbeeld, maar meer infrastructuur versterkende initiatieven liggen voor de hand en meer Kunst in de openbare ruimte (maak bijvoorbeeld via een Kunstwerk de stadsgrachten weer zichtbaar – naar een ontwerp van Karin Hodes), plaats een herdenkingsmonument voor Joodse plaatsgenoten die tijdens WO II ter dood werden gebracht door de Nazi’s (inmiddels een feit: ‘Aan de schop kleeft een traan’), vertel het verhaal van Diepenheim via zogenaamde ‘Rietman -verhalenzuiltjes’ (daar gaan we mee aan de slag), realiseer visueel een onbewaakte spoorwegovergang op de Goorseweg /Lindelaan (het verhaal van het treintje Bello en het behouden gebleven gebouw, station Diepenheim), plaats witte toegangshekken naar het oude stadscentrum (allure – met een accent op ’t Stedeke Diepenheim en bij bijzondere gelegenheden en evenementen te sluiten), plaats ‘kuums’ (met bomen of struiken hierin) in het Looiersplantsoen en langs de Kuimgaarden (de herinnering aan het leerlooien, niet toevallig ten Oosten van het oude stadscentrum) en ga zo maar door.
De inrichting van het ’t Stedeke is een belangrijk element als onderdeel van de identiteit en daarom wil Diepenheim naar eigentijdse opvattingen en normen voltooien waaraan het in de jaren negentig begon.
Diepenheim wil een heus centrumplein, een plein van allure, passend bij een klein stedelijke uitstraling, een ‘shared space’ op een logische plek, op een historisch betekenisvolle locatie, naar de aard een soort ‘brink’, een plek die ‘verhaalt’, die verbindt en waar een Historisch Monument uiting geeft aan de ontstaansgeschiedenis van ’t Stedeke. Op de locatie waar rond 1875 de Platanen geplant werden voor de destijds gebouwde lagere school, waar ooit een weefschool stond (vanaf 1835) en sprake was van weefindustrie (60 weefgetouwen), waar ooit een leerlooierij en een smederij gevestigd waren, waar ooit vele tientallen jaren de drogist/buurtsuper Rietman zijn druk bezochte winkel had (destijds tevens toeristisch info punt), waar ooit het zo populaire ‘snoep’winkeltje van Hartsuiker bij velen nog herinneringen oproept, waar al tientallen jaren een horecaonderneming is gevestigd en een winkeltje in koloniale waren, waar tot 2010 het in 1980 gebouwde gemeentehuis Diepenheim (zonde dat dit afgebroken is) een plek kende en waar nu maar liefst vijf wegen op samenkomen: de Grotestraat, de Goorseweg (aanvankelijk Grintweg, van 1850), de Haaksbergerstraat (’n Hoaksebargerêne), de Borculoseweg en (vanaf jaren ’70) het Looiersplantsoen. Wegen die ons leiden naar de prachtige, met veel zorg beheerde landgoederen en havezaten rondom Diepenheim en naar de al meer dan 850 jaar oude watermolen Den Haller in ‘Old Deep’n’ aan de Molenbeek. Een centrumplein waar dankzij die ‘rebelse’ jeugd van weleer de oude stadsboerderij (het pand van Janna) behouden bleef en de Diepenheimse jeugd al tientallen jaren via activiteiten bijdraagt aan de vitaliteit van ’t Stedeke, waar de wekelijkse markt een plek kent, waar met regelmaat optredens plaats vinden en waar de Platanen gekoesterd worden als ware ‘kroonjuwelen’. En laten we vooral niet vergeten, de plek ook waarlangs de bebouwing eerder al benoemd werd tot beschermd stadsgezicht en dat is geen toeval! Over ‘kroonjuweel’ gesproken. Dat geldt zeker ook voor kasteel Warmelo en de prachtige tuinen, bij velen nog steeds bekend als ‘een (voormalig) Huis van Oranje’, waar de moeder/schoonmoeder van Prins Bernard en Koningin Juliana tientallen jaren woonde. De Heerlijckheid Diepenheim, in en rondom een Stedeke, “Dwalen en Verhalen!”.
Diepenheim, met het ‘Hoes te Deep’n en de Karke a’n Westène’ en een Plein van allure in het nieuwe centrum van het Stedeke Diepenheim zoals zich dat na WOII via bebouwing en infrastructuur ontwikkelde. Het is niet meer dan een logische stap, want ‘Diepenheim wil door!’, dé intrinsieke motivatie die jaarlijks leidt tot het organiseren van vele tientallen activiteiten waarbij tezamen vele honderden vrijwilligers betrokken zijn, de inzet van burgers in recent verleden om die unieke binnenplaats BinnensteBuitenBos te realiseren tegenover de obs ‘t Stedeke, de totstandkoming van het multifunctionele Cultuurcentrum Herberg de Pol, de Werkplaats Diepenheim en het Drawing Centre Diepenheim. Kunstenaars, musici en galeriehouders kiezen voor Diepenheim als aantrekkelijke vestigingsplaats, simpelweg omdat hier de ruimte wordt geboden voor ‘schepping’, voor creatie, voor hedendaagse kunst. Deep’n blif Deep’n: als ‘Heerlijkheid – allodiaal gebied’ (binnen het ‘bisdom Hof van Twente’) bloeit Diepenheim en neemt een unieke eigen plek in binnen de gemeente Hof van Twente.
En dat is wat Wij, D-Diepenheim! willen en blijven uitdragen.
dec. 2019, aangepast 2021 - Geert Jan Bittink - facebook DagjeDiepenheim, Stedeke Diepenheim, Diepenheimwildoor ; reacties: info@dagjediepenheim.nl